Geschiedenis

Werkverslaving is een van de gedragsverslavingen met een relatief lange geschiedenis van onderzoek en theoretisch onderzoek.

Dwangmatige overbelasting is waarschijnlijk al sinds de oudheid aanwezig in menselijke samenlevingen; voor zover wij weten, zijn er echter geen systematische studies over dit onderwerp beschikbaar. De buitensporige preoccupatie met werk en productiviteit, vaak gekoppeld aan hebzucht, buitensporige zorgen en angst, kan aantoonbaar worden ten minste terug te voeren tot 5/6e eeuw voor Christus

TIJDLIJN VAN KLINISCH EN WETENSCHAPPELIJK BELANG

1903 Pierre Janet beschreef "psychasthenie" gerelateerd aan perfectionistische zorgen (en lijkt op iets dat later obsessieve compulsieve persoonlijkheidsstoornis; OCPD zal worden genoemd), later overgenomen door Sigmund Freud. Psychasthenics werden geïdentificeerd om fysieke problemen zoals hoofdpijn, rugpijn of slapeloosheid te ervaren.

1919 Sandor Ferenci beschreef de zogenaamde “Zondag Neurose“. Symptomen svergelijkbaar met deze ervaren door psychasthenica en andere fysieke symptomen werden waargenomen bij sommige mensen op de dagen dat ze probeerden uit te rusten van het werk. Dit is wellicht de eerste indicatie van de ontwenningsverschijnselen die verband houden met werkverslaving in de klinische literatuur. 

1952 DSM-I (APA 1952, p. 37) omvatte een dwangmatige persoonlijkheid met kenmerken als 'een buitensporig vermogen om te werken' en een 'gebrek [aan] een normaal vermogen tot ontspanning'.

1968/1971 Het begrip workaholism/werkverslaving werd in de psychologische literatuur geïntroduceerd door Wayne Oates.

jaren 70  Al in de jaren zeventig worden workaholic tendensen erkend spraakmakende medische literatuur.

2013 Overmatige toewijding aan het werk was een van de weinige criteria van OCPD die van DSM-III tot en met de DSM 5 (APA 2013) hebben bestaan, en wordt in de OCPD-literatuur vaak aangeduid als "workaholism" (Grilo et al. 2004).

nl_NLNederlands